Coderen is essentieel voor elk bedrijf wat enigszins efficiënt en rendabel wil werken. Bij coderen denken veel mensen vaak aan gekkigheid zoals het schrijven van computerprogramma’s en dergelijke. Ik ga het in dit verhaal echter over een van de meest gebruikte vormen van coding and marking hebben. Dit staat ook wel bekend onder de naam de streepjescode. De verzameling van witte en zwarte strepen in combinatie met een aantal cijfertjes heeft voor een hoop efficiëntie en automatisering gezorgd. De streepjescode kent vele toepassingen maar voordat ik je die vertel krijg je eerst een korte geschiedenis les.
De middeleeuwen is een tijd waarbij we vooral denken aan chaos, ridders, koningen en prinsessen maar ook toen hield men zich al bezig met coderen. Toch is de ponskaart het eerste algemeen gebruikte product wat coderen ondersteunde en naar een hoger niveau tilde. Het kaartje met een heleboel gaatjes kon proccessen automatischeren. Een muziekdoos of een draaiorgel zijn mooie voorbeelden. Maar ook werknemers klokten in via een ponskaart. Er waren ook supermarkten die gebruikt maakte van ponskaarten. Zo zat er bij elk product wat men pakte een ponskaart die vervolgens bij de kassa weer ingeleverd kon worden zodat men de juiste prijs kon berekenen.
Nu is de ponskaart verleden tijd omdat Woodland en Silver in 1974 zijn opvolger de streepjescode introduceerden. De streepjes zijn af te lezen door een scanner die vervolgens een code weergeeft. Deze code staat vervolgens weer verwerkt in het systeem en is gekoppeld aan een x aantal gegevens. Veel machines maken tegenwoordig gebruik van streepjescodes. De bekendste is het kassasysteem in de supermarkt. Maar ook bagage op schiphol wordt verwerkt aan de hand van streepjescodes. Parkeerautomaten weten hoe lang een auto in de garage staat aan de hand van een streepjescode en ziekenhuizen gebruiken een streepjescode om patiëntgegevens uit te wisselen. Hoe belangrijk de code ook voor ons is zijn bedrijven tegenwoordig alweer druk op zoek naar vervanging.
Bron: kba-metronic