Binnen de ggz wordt hard gewerkt, onder toezicht van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), aan een nieuw bekostigingsmodel: het zogeheten Zorgclustermodel. Dit model moet de zorgvraag centraal stelling in plaats van de DSM-classificatie. De DSM-classificatie, oftewel de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders zal vervangen worden door classificatie op basis van zorgclusters. Elk individueel cluster staat voor een naar aard en ernst van de aandoening vergelijkbare zorgvraag. Cliënten worden dus voortaan ingedeeld op basis van de verwachte zorgzwaarte.
Het nieuwe model moet vanaf 2020 gaan zorgen voor meer eenvoud en transparantie binnen de gehele ggz. Het Zorginstituut Nederland onderzocht de voor- en nadelen van deze nieuwe bekostigingsmethode. Een van de voordelen is dat de patiënt centraal staat en niet meer de classificatie van deze patiënt. Zo wordt vaker geëvalueerd met de patiënt of een behandeling bijgesteld moet worden. Ook maakt het in het nieuwe model niet uit door welk type zorgverlener de zorg geleverd wordt. Het nadeel van het nieuwe model is de onduidelijkheid over wat het op budgettair niveau gaat betekenen voor de ggz in Nederland. Hier is momenteel nog onvoldoende data voor beschikbaar. Daarom raadt het Zorginstituut aan om de DSM-classificatie voorlopig nog vast te houden, als vergelijkingsmateriaal. Zo kan de kwaliteit van ggz-behandelingen gewaarborgd blijven.